Koude oorlog

De Koude Oorlog vond plaats van 1945 tot 1989 in Duitsland. Tijdens deze oorlog, wat eigenlijk geen oorlog was, liepen de spanningen tussen Rusland en de Verenigde Staten hoog op. Echt tot oorlog is het nooit gekomen.

Na de Tweede Wereldoorlog werd de Duitse hoofdstad Berlijn in vier sectoren verdeeld. Er ontstond een Amerikaanse-, Engelse-, Franse- en Russische (Sovjet-Unie) sector. De Amerikanen, Fransen en Engelse werden, ook wel 'het Westen' genoemd waren kapitalistisch. De Sovjet Unie was communistisch. Omdat het 'Westen' niet overeen kwam met de Russen over de munteenheid van het nieuwe Duitsland werd het land opgesplitst in Oost- en West Duitsland.

Met het kapitalistische Westen ging het naar de oorlog goed. Het Westen was goed bezig aan de wederopbouw van Duitsland, ook bekend onder het 'Wirtschaftswunder'. Met het Oost-Duitsland ging het stukken minder.

Als gevolg van de slechte economie in Oost-Duitsland besloten veel inwoners hun geluk te vinden in West-Duitsland waar de economie enorm groeiende was. Toen de Sovjet Unie daar lucht van kreeg, begon men met de bouw van een IJzeren gordijn dat moest voorkomen dat inwoners van Oost- naar West Duitsland vertrokken.

Het einde van de Koude Oorlog was in 1989 in zicht. Inwoners van Oost-Duitsland kwamen op voor hun rechten. Het Oost-Duitse volk wilden een hereniging met West-Duitsland. Toen in 1989 een deel van Rusland uiteen viel, werd ook Oost-Duitsland terug aan West-Duitsland gegeven. Dat gebeurde op 9 november 1989 toen onder andere de Berlijnse muur viel.

4 december 1989 is een gedenkwaardige dag. Op Malta, een eiland vlak onder Italië, ontmoet de president van de Sovjet Unie, Gorbatsjov, Amerikaans president, Bush. Daar wordt officieel een punt gezet achter hetgeen wat de Koude Oorlog genoemd wordt. Twee jaar later werd de Sovjet-Unie opgeheven.